Over de grens die enkel in je denken ligt, die als vanzelf verdwijnt zodra je dit doorziet.

Er is een oude metafoor over vliegen in een afgesloten pot.
Drie dagen lang vlogen ze op en neer, telkens gestopt door het glas.
Toen het deksel werd verwijderd, bleven ze keurig binnen dezelfde hoogte.
De pot was open — maar in hun beleving nog steeds dicht.
Zo werkt het vaak ook met ons.
We leren van jongs af aan
om vooral binnen de pot te blijven.
Door te leren hoe ver we mogen reiken
en wat goed is en wat gepast.
Door te herhalen wat al is bedacht
en te luisteren naar het ‘juiste’ antwoord,
in plaats van naar de vragen in onszelf.
Door dit verhaal begreep ik opeens
iets wat me eerder vaak verbaasde.
Hoe ogenschijnlijk intelligente mensen,
tegelijk zo gesloten kunnen zijn
voor alles wat niet in hun eigen denkwereld past.
Het is ook iets dat ik al heel vroeg leerde
dat je niet lukraak al je inzichten moet delen;
want als de ander niet op jouw golflengte zit
is het voor diegene niet mogelijk jou te volgen.
Het helpt niet om te overtuigen.
Wie zegt dat er ‘geen deksel is’,
maakt het deksel juist alleen maar sterker.
Wees gewoon aanwezig...
Zonder te duwen of te trekken
om niet tegen een muur van onbegrip te lopen
met het risico je eigen proces te verstoren.
Inzichten kun je pas echt delen
wanneer de ander zover is.
Het enige wat werkt, is ruimte
en door aan te sluiten bij hun belevingswereld.
Een zachte aanwezigheid, een open blik,
in die stilte kan iets verschuiven
en inzicht heel natuurlijk ontstaan.
En misschien is dat wel de ware kunst:
het potje niet openbreken, laat het gewoon zien —
dat jij zelf buiten het potje vliegt.
— B
Wil je iets delen of reageren op wat ik schrijf? Wees welkom om mij een bericht te sturen...
